Tegenstellingen zijn afhankelijk van elkaar. Het één ontstaat uit het ander geeft het tegendeel bestaansrecht en brengt balans.
Neem het één weg en het ander houdt op te bestaan. Licht kan - zonder duisternis niet worden waargenomen of als licht worden herkend.
In de maatschappij waarin we leven waarin tegenstellingen worden erkend zijn er bovenal oordelen aan verbonden worden de tegendelen positief, negatief goed of slecht bevonden.
Niet-verlichte, negatieve gedachten moeten vooral spoedig worden “omgedacht” tot “positieve” gedachtespinsels en pijnlijke gevoelens zo snel mogelijk worden vervangen door ‘prettig’ of oppervlakkig.
Een levenshouding waarbij je alleen de goede en fijne pool accepteert waarin het ene moet worden vermeden en het andere opgeblazen vergt op zijn minst een hoop energie.
Wie niet oppast denkt ‘het slechte’ uit zichzelf wel even los te kunnen scheuren door het te veroordelen en er afstand van te nemen.
Je kunt de minder fraaie delen in jezelf geheel op de buitenwereld projecteren al hetgeen onwenselijk of verkeerd is buiten de mensen plaatsen en toedichten aan een duivelse kracht.
Het kwaad dat we veelal tegenkomen huist echter gewoon in de mens zelf zich tonende vanonder een laagje beleefdheid goedpraterij, schijnheiligheid of huichelarij maar toch zo vilein als het donker kan zijn.
Hebzucht, gemakzucht machtswellust of lafheid laten zich niet verhullen voor wie goed wil zien.
Afwisselend dader- en slachtofferschap huizen in ons allen. Al is er een verschil tussen enerzijds ‘zij die door woede worden overmand’ en anderzijds ‘zij die hun agressie zorgvuldig plannen’.
We hebben in het huidige tijdsgewricht vooral te lijden onder een derde soort: ‘zij die de misdaden plannen in de overtuiging “het juiste” te doen’ dat de aarde of hun beurs er beter van wordt.
In deze globalistische SDG-ideologie worden veel mensen meegezogen. Volgens Socrates berust het kwaad op een vergissing van de dader over het antwoord op de vraag wat het goede is.
De kennis over goed en kwaad is soms geen beletsel van het kwade maar juist de bron ervan. Je kunt het achteraf zomaar mis hebben in je oordeel over wat het goede was.
Isoleer het kwaad niet buiten je. Herken dat het - in plaats van het onwrikbaar ‘voor of tegen’ het opsplitsen tot ‘wij’ en ‘zij’ - huist in jezelf en ieder van ons.
De scheidslijn tussen goed en kwaad ligt niet tussen jou en de ander maar loopt dwars door jezelf. Sta toe dat je zelfbeeld - als immer zuiver en juist - in stukken valt.
Het is makkelijker iets in jezelf te onderzoeken als je het met mildheid of nieuwsgierigheid beziet dan als je het afwijst.
Wat je naar de schaduw verbant wordt krachtig. Wat in het licht wordt gezet verzacht en valt te ontmantelen.
Pas als je erkent dat je een feilbaar mens bent ook jij incorrecte dingen zegt of doet worstelt met je onhebbelijkheden vanaf dan komt er beweging.
Pas als je gaat achterhalen “Waar komt dit vandaan?” “Waar ligt een patroon?” “Wat kan ik eraan doen?” vanaf dan kun je herstellen.
Enkel wat je in jezelf hebt begrepen kun je begrijpen bij de ander. Zie hoe kwetsbaar we zijn voor dwalingen. Win aan empathie.
Faal. Vergis je. Misluk. Tier. Kom tekort.
Maar keer dan steeds weer terug naar je menselijke goedheid en je verlangen tot verbinding. Veroordeel jezelf niet. Pleit jezelf ook niet vrij.
Niets hoeft te worden uitgebannen al zijn de tegenstellingen in ons leven niet altijd even fijn. Ze hebben hun bestaansrecht hun lessen, richting en nut.
Onzalige gemoedstoestanden en minder prettige gebeurtenissen zijn er om te ondervinden te verduren met vertrouwen dat ze waarde hebben.
Ontspan. Vergeef. Verzacht. We zijn allemaal slechts onderweg. Joyce Merkies (2022)